Dit was een pechdag. We hadden ons voorgenomen om een goede nachtrust te genieten, rustig op te staan en na het ontbijt Rutger naar de trein te brengen. Hij moest weer terug naar Groningen. Wij zouden daarna naar Goslar rijden, onze volgende slaapplaats.
We hadden al het gevoel dat de camper wat scheef stond; controle van de banden leerde dat het linkerachterwiel plat was. Lek dus… We speelden eerst nog met de gedachte om zelf het wiel te verwisselen, maar zagen er toch maar van af. Dus maar de ADAC te hulp roepen…
De mensen van de camping waren zo vriendelijk om dat voor ons te regelen. Het zou ongeveer drie kwartier duren voordat de Duitse Wegenwacht zou arriveren. Helaas was het al half twee, toen een sikkeneurige monteur voor de poort stond. Hij kon het terrein niet op, want de slagboom was gesloten van 13-15 uur. We belden de campingbeheerder uit zijn middagdutje; hij liet de monteur het terrein op en verzekerde ons dat de man na gedane arbeid ook weer zou kunnen vertrekken. Met behulp van twee krikken lukte het de monteur om het wiel te verwisselen. Al met al duurde het een half uurtje voor hij weer kon vertrekken.
Wij wachtten nog tot drie uur voordat we op weg gingen naar Goslar. Rutger was al tegen één uur naar Neustadt vertrokken met een treintaxi. Daar kon hij de trein naar Hengelo en Groningen nemen.
Via Hannover (opnieuw langs het drukke Expo-terrein) reden we eerst naar Hildesheim. De omgeving werd steeds heuvelachtiger. Over de B6 vervolgden we de weg naar Goslar. Vrij gemakkelijk vonden we camping Sennhütte, een mooie camping met uitzicht op het Harzgebergte. Enige nadeel: de camping lag vlak bij een vrij druk bereden weg.