Tegen elf uur vertrokken we van de camping op weg naar Keulen, om daar een paar dagen rond te kijken. Omdat de gps op snelwegen stond, werden we via Aalten naar de A3 geleid. Na Düsseldorf gingen we verder via de A4 en bij Keulen nog een stukje A555.
Vanwege de milieuwetgeving en de leeftijd van onze oude camperbus mogen we niet binnen de milieuzone van Keulen komen. Daarom konden we niet op de stadscamping staan. Dus kozen we voor camping Haus Berger in Rodenkirchen, een voorstadje van Keulen.
De camping ligt aan de Rijn en doet een beetje rommelig aan; zo zijn er geen vaste afgebakende plaatsen. Gelukkig waren er plaatsen genoeg, want omdat het nog nattig was konden en wilden we niet op elke plek staan.
Rond twee uur (het was goed weer) stapten we op de fietsen voor de eerste tocht naar het centrum van Keulen. Een afstand van ruim 8 km over het fietspad langs de Rijn.
Deze rustige route voert ondermeer langs het oude Rheinauhafen, waar de vroegere pakhuizen zijn omgebouwd tot appartementen en de oude loskranen van hun pensioen staan te genieten. Daar tussendoor nieuwe gebouwen van moderne snit. Ook passeerden we het Duits Olympische Museum en het Chocolademuseum. De laatste is gehuisvest in een combinatie van oud en nieuwbouw; best een mooi gezicht.
In de buurt van de Dom parkeerden we de fietsen en wandelden langs het Museum Ludwig en de Philharmonie naar deze beroemde kerk. Staand voor het gebouw raakten we onder de indruk van het enorme westportaal met de twee hoge torens.
Binnen konden we helaas het pronkstuk van deze kerk, het Driekoningenschrijn, niet echt van dichtbij bekijken. Maar ook vanuit de verte maakte dit staaltje van middeleeuwse goudsmeedkunst veel indruk. Ook bijzonder is het uit drie luiken bestaande altaarstuk met de beschermheiligen van de stad. Verder vallen de veelheid en de hoogte van gebrandschilderde ramen op. Het nieuwste raam valt uit de toon door het samenstel van duizenden kleine gekleurde vierkanten in tachtig kleurtinten. Al met al was de tijd in de Dom geen verloren tijd...