Vrijdag 18 juli reden we weer een mooie route, grotendeels langs de D920 en D940. De eerste, iets grotere plaats, waar we doorheen kwamen was Berck. De stad was wel aardig, maar nodigde niet direct uit tot stoppen. Het lag dan ook niet direct aan zee. Wandelen langs het strand deden we wel in Camines, een dorpje iets ten noorden van Etaples. Ook in Wimmereux zochten we het strand weer op om even uit te waaien. We waren toen ook door Boulogne-sur-Mer gekomen, een vrij grote badplaats waar het (wat ons betreft) niet prettig toeven is.
Het gedeelte tussen Wimmereux en Sangatte (net voor Calais) is echt schitterend. Steeds weer reden we door een ander soort landschap. Bos, landbouw, vlak en heuvelig wisselden elkaar regelmatig af. Maar het toppunt van deze streek zijn de beide Caps: Gris-Nez en Blanc-Nez.
De eerste is erg ruig met veel rotsen en een hele mooie natuur. Je kunt er redelijk rustig wandelen (de drukte viel mee toen wij er waren) en intussen genieten van het mooie uitzicht over de zee. De tweede Cap is, wat de natuur betreft, wat rustiger, minder ruig. Maar hier is het uitzicht over de landskant van de Cap ronduit overweldigend. Grote lappen land spreidden zich in verschillende kleuren voor onze ogen uit. En de hoogte van de Cap is natuurlijk ook indrukwekkend.
Na deze hoogtepunten, reden we vrij snel verder. Calais lieten we links liggen. We reden over de A16 om Calais heen richting Duinkerken, maar pakten bij de afslag Marck weer de route op via de E40. Na 138 km kwamen we aan in Grand Fort-Philippe op camping La Plage. Dit is voor het eerst een camping zonder stroom, zodat we de koelkast van de camper op de accu moeten laten draaien. Zien hoe lang dat gaat.