Donderdag 3 juli was een rustdag, net als in de Tour de France. Dus geen verplaatsing, maar wel actief. Dat wil zeggen: 's morgens eerst heel relaxed bij de auto. Koffie gedronken en het eerste boek uitgelezen.
De middag besteedden we aan een bezoek aan het centrum van de stad. We hebben eerst een tweetal kerken bekeken, de Abbatiale de la Trinité en de Saint Etienne. De kerken waren mooi, maar ze vormden een soort opmaat voor wat we later in deze vakantie zouden zien.
Een andere bezienswaardigheid, die niet mag worden overgeslagen, is het Palais Bénédictine. In dit gebouw wordt de geschiedenis verteld van de beroemde likeur Bénédictine. Dit elixer was in de 16e eeuw ontwikkeld door een monnik, genaamd Dom Bernardo Vincelli. In de tweede helft van de 19e eeuw ontdekte wijnhandelaar Alexander Le Grand het elixer opnieuw en bracht het in de handel. Hij liet daarna ook het Palais bouwen en verzamelde de diverse kunststukken, die het gebouw vullen. De bezichtiging werd afgesloten met een bezoek aan de distilleerderij, de opslagkelders en het proeflokaal. De likeur smaakte prima.
Na het eten hebben we nog even een voettocht gemaakt naar de krijtrotsen, die uit de zee oprijzen. Daar natuurlijk ook een paar foto's van gemaakt.