Parijs nadert. Vandaag en morgen nog twee relatief korte etappes, dan is het hergroeperen geblazen; de familie weer compleet. Vandaag dus van Compiegne naar Ermenonville. Compiegne is al een oude stad, met veel oude gebouwen. We hebben er gisteren nog even rondgelopen.
Vandaag gingen we wat later weg, omdat we een korte etappe hadden. Rond kwart over tien zaten we weer op de fietsen en reden we het eerste deel door het Forêt de Compiegne. Het was daar gelukkig redelijk vlak zodat we lekker konden opschieten. In Champieu hebben we even staan loeren bij een aantal Gallo-Romaanse ruïnes. Veel was er eigenlijk niet te zien. In de buurt van Bethesy-le-Martin kregen we nog een fikse helling voor de wielen, evenals in de aanloop naar Etoile de la Reine. Tussen de plaatsen Rosière en Ermenonville kruisten we drie keer de spoorbaan van de TGV. Slechts één keer zagen we hem ook echt voorbij flitsen.
Door de korte afstand waren we reeds rond twee uur in Ermenonville. Daar vroegen we bij de ingang van het Parc Jean Jacques Rousseau (tevens toeristisch informatiepunt) naar de camping met dezelfde naam. Deze bleek sinds dit jaar niet meer te bestaan. De eerstvolgende camping op onze route was het eindpunt; toch minstens 50 km verder. Hannemieke begon te 'miepen' dat ze wel daar heen wilde rijden; ik zag dat beslist niet zitten. Je weet hier nooit wat er voor je wielen komt.
De informatrice zou telefonisch informeren of er verderop nog campings waren, die niet in ons boekje staan. Maar de telefoon deed het niet meer!! Uiteindelijk besloten we (ik) om naar Aumont te fietsen, een plaatsje ongeveer 20 km verder fietsen, net voorbij Senlis.
En daar zitten we dan weer -na 67 km-, terwijl allerlei nationaliteiten binnendruppelen. Aan de ene kant naast ons kamperen Polen, aan de andere kant Denen. Verder zijn er Zweden, Engelsen en Italianen. En de maaltijd bestond vandaag uit rijst, met kleine kipstukjes en paprika en natuurlijk toetje toe.
Morgen dus de laatste heendag.