Het was opnieuw een lekker warme dag, rond de 20 graden. In de auto leek dat meer, door de zonneschijn. Om tien uur vertrokken we van de camping Cavallino. Eerst moesten we naar Jesovo, om pas daarna richting Venetië te kunnen rijden. We prezen ons gelukkig om bij de vertrekkers te horen, want de file in de richting van Punto Sabbioni was echt enorm: 10-15 km, en dat in die zon.
De gps stond op 'autowegen mijden', en dat lukte goed. Soms ging er toch nog iets niet goed, maar dan leidde Mio alles weer in goede banen. We kregen hierdoor wel een rustig stukje in de omgeving van Mestro te zien. Rond een uur of twaalf hadden we die plaats achter ons gelaten en reden over de SS309 richting Chioggio. Ook daar een file, die we omzeilden, door de eerste de beste afslag te nemen en op gevoel een 'parallelweg' te gaan volgen. Toen we na verloop van tijd weer op de SS309 uitkwamen, zaten we in de kop van de file, die net weer op gang kwam.
In Santa Anna di Chioggia, op het kerkplein, lunchten we in de zon. Vervolgens kregen we het mooiste deel van de 309 door de Po-delta met zijn prachtige waterrijke natuur. Helaas zijn hier geen parkeerplaatsen ingericht, waar je rustig van die natuur kunt genieten. Alleen op het laatste stuk zagen we twee afslagen, steeds te laat...
Na Ravenna kregen we te maken met de SS16; die weg loopt langs de kust, waarbij zo nu en dan de Adriatische Zee in zicht kwam. Echt zichtbaar werd de zee toen we bij Rimini zo ongeveer over de boulevard werden geloodst. Het is echt onvoorstelbaar, hoeveel mensen hier kunnen worden geherbergd. Rimini is niet voor niets de grootste badplaats van Europa.
In Riccioni ontstond nog enige onzekerheid over welke camping we moesten hebben, maar we kwamen toch op camping Alberello terecht, volgens de gids een rustige camping. Dat moet natuurlijk nog wel blijken.