We waren vandaag vroeg wakker door het lawaai van de auto- en spoorweg langs de Rijn. Daarom konden we al voor negenen vertrekken. Het eerste traject voerde ons naar Boppard. Gisteren waren we ook al in deze plaats; nu gingen we niet langs de autoweg, maar we reden - met volle bepakking - door de wijnvelden op de hellingen. Dat betekende dus heuveltje op, heuveltje af. Soms was fietsen niet meer mogelijk en werd er gelopen.
Na deze hellingen kwamen we in Boppard aan. Hier kochten we ansichtkaarten, schreven ze (Jan) en plakten er postzegels op (Rutger). En natuurlijk dronken we iets na dit zware begin.
We gingen verder over de autoweg; deze is niet heuvelachtig. We passeerden vrij snel de Loreley, een eilandje in het midden van de Rijn. Ook kwamen we langs rotsen die loodrecht omhoog de lucht ingaan.
Na enige tijd verlieten we de autoweg om over te gaan op een soort karrespoor, dat ons bij een pontje bracht. Met dit pontje gingen we de Rijn over naar Lorch. Vrij snel zagen we op de andere oever een bordje dat naar een camping verwees, de bergen in. We hoopten de camping bovenaan op de helling zou liggen, maar we werden boven nog verder de wijnvelden ingestuurd. Pas na kilometers klimmen en dalen kwamen we op de (terrassen)camping aan. Het lag op een helling met uitzicht over een smal dal en op de Rijn.
Omdat we ons zo hebben moeten inspannen om op de eindbestemming te komen, hebben we als beloning niet zelf gekookt, maar gegeten in het restaurantje van de camping.