Vandaag hoeven we niet de spullen in te pakken, want we rijden geen onderdeel van het traject. Wel staan we op tijd op, want er staat een rondrit langs Rijn en Moezel op het programma. Voor het vertrek moet eerst de was worden gedaan. Dat kan hier in een goede wasruimte met (gratis) warm water. Om half tien hangt de was buiten de tent in zon en wind te drogen.
Dan kunnen we vertrekken. We gaan eerst langs de Rijn naar Boppart, een traject dat we morgen ook weer rijden. We komen dan volop in de Rijnwijnstreken, zo is vandaag gebleken. Vanaf Boppart wilden we doorsteken naar de Moezel: dat betekent dus eerst stijl klimmen. Gelukkig konden we dat vermoeiende werk overlaten aan een treintje. Voor 5 mark per fiets en 3 mark per persoon: geen geld toch!
Omdat we vroeg waren gingen we nog even een broodje worst eten in Boppard. We zetten de fietsen op het perron op slot. Bij terugkomst bleek Rutger zijn fietssleuteltje te zijn verloren. Dus moest ook hij zijn reservesleutel aanspreken.
Maar goed, het leven gaat verder en de trein ook. Na een kwartiertje stevig klimmen (tot 300 meter hoogte) kwamen we aan in Buchholz. En weg waren de hoge bergen. We zaten nu immers zelf hoog! Van Buchholz reden we door een prachtige heuvelachtig omgeving naar Brodenbach aan de Moezel. De laatste twee kilometers was het weer feest. Via een weg met haarspeldbochten daalden we in bloedstollend tempo. Wel genoten we halverwege de afdaling van het uitzicht op de Moezel.
In Brodenbach aangekomen zetten we het voorwiel in de richting Koblenz. Het pad liep langs de linkerkant van de Moezel, althans vanaf het plaatsje Löf. Het blijft toch een schitterend gezicht, die enorme heuvels aan weerskanten van de rivier. En indrukwekkend hoe die wijngaarden zo steil tegen de wanden zijn neergelegd.
Onderweg in Gondorf passeerden we een hele hoge brug over het dal. En natuurlijk in dit romantische land links en rechts burchten op de toppen van de heuvels.
In Winningen hebben we op een terrasje nog een drankje genuttigd. Daarna gingen we terug naar Koblenz, want er moesten ook nog boodschappen worden ingeslagen. Terug op de camping was het inmiddels half zes. De was was kurkdroog en kon worden opgeborgen. Daarna nog even een pilsje drinken en eten koken en verorberen.