Natuurlijk, vandaag rijden we Tsjechië binnen, maar eerst moeten we nog zo'n 40 km naar de grens. En een nadeel was dat de wind in de oosthoek zat, zodat we vaak een stevige tegenwind hadden. Toch beviel ook dit gedeelte van de Elberadweg prima. Het spectaculaire van de omgeving was er wel een beetje af. Je raakt natuurlijk een beetje gewend aan de hoge bergen. Toch was de omgeving, die we doorkruisten, best nog fotowaardig.

13foto01De rotsen langs de Elbe

Net voorbij Stadt Wehlen troffen we een mooie plek aan om de lunchen. Prachtige nieuwe tafels en banken stonden op een rustige plek vlakbij een spoorwegovergang. Reden we vanaf Dresden over de rechter oever van de Elbe, in Königstein verwisselden we deze met een pontje voor de linker oever. Bad Schandau was de laatste Duitse plaats aan deze kant van de grens. Zonder problemen passeerden we eerst de Duitse en vervolgens de Tsjechische douanepost. In het niemandsland wisselden we de resterende marken om voor kronen. En toen reden we Hrensko binnen…

13foto03Vele marktkraampjes net over de duits-tsjechische grens

We vonden het al opmerkelijk dat voor de grens zoveel Duitsers richting Tsjechië reden; de reden hiervan zagen we hier. Meer dan een kilometer lang stonden daar de verkopers van allerlei spullen, mannetje aan mannetje, en tegen Tsjechische prijzen natuurlijk. Daar komen dus die horden Duitsers en andere toeristen op af. Natuurlijk hebben we dit vastgelegd voor het thuisfront, maar daarna gingen we snel verder richting Decín. Daarbij kwamen we langs diverse nightclubs.

Omdat de weg vrij smal was, aan de rechterkant de berm vrij snel stijl naar beneden liep en de automobilisten weinig waardering voor fietsers konden opbrengen, gingen we bij Labská Stran met een pontje weer naar de andere oever. Daar konden we rustig verder rijden over een goede weg. Echter, op ongeveer 5 km voor Decín, veranderde de asfaltweg in een weg van puin. Wel nog redelijk te berijden, maar veel hobbeliger natuurlijk.

13foto05Het pontje op de Elbe bij Labská Stran

In Decín aangekomen was het zoeken geblazen naar de camping. Na een paar keer vragen vonden we (na 63 km fietsen) deze kleine en volle camping, gelegen langs een spoorbaan. Nadat de tent was opgezet hebben we in een optrekje, dat als kantine dienst deed, onze eerste Tsjechische bier gedronken. Verbazingwekkend was natuurlijk de prijs: nog geen gulden voor een halve liter.

's Avonds hebben we nog even in de omgeving rondgelopen. Daarbij hebben we een prachtig oud kasteel bekeken, dat op een rots is gebouwd. Doordat het hoog gelegen was, hadden we van daaruit een prachtig uitzicht over de stad Decín.