Het werd een zware dag, want we werden met pech geconfronteerd: de motor werd te heet. Maar eerst brachten we nog een bezoek aan het oude stadje Piran, vlakbij Lucija. Het viel ons op, dat er in deze omgeving, en ook in Piran veel Italiaanse invloeden zijn. Het landschap doet erg aan Toscane denken, met zijn vele cypressen. Het stadje heeft een heel mooi plein, helemaal met marmer belegd. En de gebouwen rondom dit plein zijn ook allemaal prachtig. Maar ook was het lekker om door de kleine steegjes van Piran te lopen: veel te zien en heerlijk koel.
Om elf uur vertrokken we naar Koper en Ljublijana. De plannen waren om de kust maar weer te verlaten en naar het oostelijke wijngebied van Slovenië te gaan. Ver voorbij Koper sloeg het noodlot toe: de motor werd te heet. Bij het dorpje Prentilje was het echt mis; we konden niet meer verder. De oorzaak was een niet-werkende ventilator.
We konden via het mobieltje de Sloveense wegenwacht (AMZS) niet bereiken. Toen de politie gebeld: zij zouden iets regelen. Maar na een uur was er nog niks. Uiteindelijk kregen we met behulp van een vriendelijke Sloveen kontakt met de AMZS. Deze was er even na drieën en constateerde dat de ventilator geen stroom kreeg.
Hij bracht ons op zijn sleepwagen terug naar Koper, naar de VW-dealer. Helaas sloten zij om vier uur; dat betekende wachten tot de volgende morgen. De camper werd op het parkeerterrein achter de garage geplaatst. Wij hebben daar nog wel gegeten, maar overnachtten in Motel Port in Koper.
Vanwege deze pech (en de verwachte kosten daarvan) en de voortdurende hitte besloten we om niet meer naar het oosten te rijden, maar terug naar Oostenrijk.
Meer foto's van deze dag...