We vertrokken, na het ontbijt, even na tien uur vanaf de Paardekreek. Het was half bewolkt weer en vooral: het waaide hard. We reden eerst van Kortgene naar het dorpje Geerdijk. Daarna ging het richting Kamperland; dat was een vrij lang traject. Zeker als je rekent dat we tegen de wind in trapten.
Bij Stroodorp gingen we even lekken rusten. Onderaan de polderdijk, uit de wind, was het daar heerlijk toeven. Maar na een half uur gingen we toch maar weer verder. Als snel waren we nu bij Kamperland. Na dit dorp was duidelijk dat het toerisme hier had toegeslagen: we passeerden maar liefst drie grote bungalowparken op rij.
Dicht langs het Veerse Meer fietsend naderde we al snel de dam in het Veerse Meer. Ook weer een ideale plek om even weer uit te rusten en vooral te genieten van het uitzicht over het water. Vanaf de top van de dijk kon je de Oosterscheldedam zien liggen. Maar die komt later nog aan de orde.
Toen we weer verder fietsten, kwamen we op Walcheren eerst in Vrouwenpolder. Daar vandaan was het nog een korte rit naar Oostkapelle. Al vrij snel was daar camping In de Bongerd gevonden, een camping in een oude boomgaard gelegen.
Nadat we de fietsen hadden leeggemaakt en de trekkershut dus ingericht, gingen Joke en Catelijn nog even het dorp in om boodschappen voor het avondeten te doen. Na de nasimaaltijd hebben we nog even een fietstochtje naar het strand gemaakt.