Van 3 tot 5 juni vertoefden we op camping Stadspark Groningen. Op vrijdag 4 juni werd het gerenoveerde Faculteitsgebouw officieel in gebruik genomen. Daarom trokken we donderdag 3 juni vanuit Assen naar Groningen. Het beloofde een zonnig weekend te worden, dus dat troffen we. Na een uur waren we reeds geïnstalleerd op een mooi plekje in de zon en uit de wind. Want die noordenwind was nog steeds fris.
In de loop van de middag pakten we onze fietsen voor een ritje door Noord-Drenthe. Vanuit het Stadspark reden we onder de A7 door, langs een volkstuinencomplex. We volgden eerst een deel van de Marenroute door het mooie gebied tussen Groningen en Peize. Ten noorden van Peize sloegen we af naar Roderwolde. Daar hebben we de molen even bewonderd, om vervolgens dezelfde route weer terug te fietsen. Voor de camper konden we nog een tijdje genieten van de zon.
Vrijdag 4 juni moesten we rond half vijf op het Zernikecomplex zijn voor het grote feest. Dus was er nog wel tijd voor een lekkere fietstocht. Maar Joke gaf de voorkeur aan winkelen in de stad. We reden eerst naar het centrum. Zodat Joke de terugweg naar de camping makkelijker kon vinden. Dat bleek later toch tegen te vallen…
Ik reed vervolgens richting Zernikecomplex, om de route voor later op de dag te verkennen. Dat betekende een groot deel langs het Reitdiep fietsen. Bij het Zernikecomplex bleef ik het diep volgen. Via Oostum en Krassum kwam ik rond de middag in Garnwerd aan. Daar zocht ik bij de jachthaven langs het Reitdiep een picknicktafel op om mijn broodje te nuttigen.
Daarna volgde ik verder de LF14 langs Aduarderzijl en Ezinge. Met een kleine afwijking van de route kon ik ook nog Allersmaborg bewonderen. In Ezinge nog even het dorp bekeken en vervolgens de terugweg aanvaard via Feerwerd. Vanaf Garnwerd pakte ik weer de LF 14 op, dit keer richting Groningen. Langs Hekkum en Wierum en over de Paddepoelsterbrug kwam ik op het Zernikecomplex. Van daar prentte ik me de route voor die avond van en naar de camping goed in. Om een uur of drie arriveerde ik weer op het Stadspark. Een uurtje later reden we naar het feestgebeuren, dat voor mij om half elf ten einde kwam.
Omdat we zaterdagavond weer verplichtingen in Assen hadden, konden we niet langer weg blijven. We besloten om nog een deel van de Paterswoldsemeerroute te fietsen. We parkeerden de auto bij de Hortus in Haren. Van daar reden we naar de afslag Haren van de A28 en aan de andere kant van die snelweg langs het Paterswoldse meer. Het bleek een heel mooi fietspad te zijn door een prachtig stuk natuurgebied en langs het Hoornsemeer en de Hoornseplas. Bij de laatste vonden we een bankje in de zon om onze lunch te nuttigen.
We vervolgden de tocht deels langs een vrij drukke weg, deels langs de oever van het meer. Uiteindelijk kwamen we via de Meerweg weer bij de A28 uit. Daar sloegen we rechtsaf en reden vervolgens tussen de autoweg en het natuurgebied naar de Witte Molen. Even later doken we onder de autoweg door en volgden het fietspad door de landerijen naar Haren. Met name het eerste deel was de moeite waard. In Haren spoedden we ons naar de Hortus, om de auto weer op te halen.
Het laatste stuk van dit weekend speelde zich af op de A28 naar Assen. Alleen waren we nu niet meer nieuwsgierig naar het fietspad bij die molen: we hadden deze immers net ontdekt…